Overslaan en naar inhoud gaan

Zo berekenen we de opbouw

We berekenen de pensioenopbouw van een medewerker op basis van de loongegevens die u doorgeeft. Het is dus belangrijk dat we beschikken over de juiste, volledige en actuele loongegevens. Als de loongegevens niet correct zijn, kunnen wij de pensioenopbouw van uw werknemers niet juist berekenen.

Het berekenen van de opbouw doen we in een aantal stappen.

Stap 1: Hoeveel verdient de medewerker? 

We gaan uit van het voltijd ‘pensioengevend salaris’. Dat is het bruto jaarsalaris op basis van een volledige werkweek inclusief vakantietoeslag, eventuele andere toeslagen en de vergoeding voor overuren. 

Stap 2: We bepalen het salaris dat meetelt voor de opbouw van het pensioen 

Niet het hele salaris telt mee voor de berekening van de pensioenopbouw. De werknemer ontvangt later namelijk ook een AOW-uitkering. Het deel dat niet meetelt (de franchise) trekken we af van het pensioengevend salaris. Ook kijken we of een medewerker niet meer verdient dan het maximum salaris. Het deel dat een medewerker daarboven verdient, telt ook niet mee, tenzij u uw medewerkers een excedentregeling aanbiedt. 

Stap 3: We berekenen de opbouw in een jaar 

Het deel van het salaris dat meetelt voor de berekening van de opbouw van pensioen noemen we de ‘pensioengrondslag’. De grondslag vermenigvuldigen we met een opbouwpercentage. In 2024 is dit 1,788%, net als in 2023 (we vermenigvuldigen het deel dat meetelt dus met 0,01788). De uitkomst is het bedrag dat een medewerker aan pensioen opbouwt in een jaar.

Gaat een medewerker het jaar daarop meer verdienen en komt hij of zij niet boven het maximum salaris? Dan zal de opbouw in dat jaar ook hoger zijn. Werkt iemand in deeltijd, dan wordt de opbouw in een jaar vermenigvuldigd met het parttimepercentage. 

Het uiteindelijke pensioen dat wordt opgebouwd bij Pensioenfonds Vervoer is de optelsom van alle pensioenen die een medewerker zo jaarlijks heeft opgebouwd.

Let op: de bedragen zijn gebaseerd op een pensioen dat ingaat als uw werknemer 68 jaar wordt. 68 jaar is op dit moment de ‘richtleeftijd’. Uw werknemer kiest uiteindelijk zelf wanneer hij het pensioen daadwerkelijk laat ingaan. De bedragen op het pensioenoverzicht zijn bruto jaarbedragen. In de praktijk ontvangt een medewerker iedere maand een netto uitkering. De hoogte van de uitkering is afhankelijk van het moment dat de werknemer het pensioen laat ingaan en de keuzes die hij maakt als hij het pensioen laat ingaan.